Meehelpen? Ga naar etymologieWiki

 

Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.

 

schel - (luid klinkend)

Etymologische (standaard)werken

M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam

schel 2 bn. ‘luid, fel’
Vnnl. schelle, schel ‘klinkend’ [1599; Kiliaan], schil ‘schel’, in deze attestatie wrsch. overdrachtelijk ‘zeer’: u schelle vriendlijckheit ‘uw stralende vrolijkheid’ [1608; iWNT], dan in mijn schelle harp [ca. 1620; iWNT recht I], de schelle Faem ‘het doordringende gerucht’ [1629; iWNT], De schelle keelen, die met zang de Godtheit dancken [1654; iWNT]; nnl. overdrachtelijk ook wel van kleuren en licht ‘opvallend’, bijv. in de schelle contrasten, de schreeuwende kleuren [1875; iWNT].
Bijvoeglijk naamwoord bij het sterke werkwoord mnl. scellen ‘luid klinken’, zie → schellen.
Mnd. schel; nfri. skel, skil; oe. scyl (ne., verouderd shill); on. skjallr ‘id.’ (nijsl. skjallur); alle ‘luid klinkend’ < pgm. *skelli-.

P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen

schel3* [luid klinkend] {ca. 1626} oudengels sciell, oudnoors skallr, van middelnederlands scellen [weerklinken], verwant met middelnederduits schellen, oudengels sciellan.

J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leiden

schel 3 bnw. ‘hel klinkend’, sedert Kiliaen, verder oe. sciell, on. skjallr ‘luid klinkend’. — Zie verder: schel 2.

Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands

G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch

3skel b.nw.
1. Met 'n harde, deurdringende geluid. 2. Skerp, verblindend vir die oë.
Uit Ndl. schel (1626 in bet. 1, 1889 in bet. 2).
Ndl. schel gaan naas verskeie Germ. variante, waaronder Mnl. scellen 'weerklink' en Oudnoors skjalla 'weerklink', terug op 'n Indo-Germaanse wortel skel-.

Dateringen of neologismen

N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdam

schel* luid klinkend 1626 [WNT]

Overige werken

Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)

Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW.

Hosted by Instituut voor de Nederlandse Taal